“Maar wat wanneer je twijfelt aan de zin van het leven? Wanneer je ongelukkig bent met hoe het bestaan zich voltrekt. Wanneer de plezierige momenten over een heel leven verspreid tenslotte op één hand te tellen zijn? Dan ben je wellicht toe aan een reële zoektocht naar wat jou/u kan inspireren, blij kan maken, het idee kan geven dat je/u ertoe doet. “

Meindert Inderwisch

Zingeving

In een tijd waarin Covid-19, hoe je ook tegen dit verschijnsel aankijkt, de wereld waarin wij leven verandert, is het onmogelijk om zingeving te ‘gronden’ in een houding die tegen een stootje kan. Er wordt een beroep gedaan op onze creativiteit terwijl oude waarden worden losgelaten, zonder dat daar nieuwe, structurele en functionele waarden tegenover worden geplaatst. Soms kan het lijken of het ieder voor zich is, soms zien we de waarde van de verbinding met de ander. Wanneer een crisis zoveel aandacht vraagt, kunnen wij uit het oog verliezen wat ons bestaan zin geeft.

Wat gaf of geeft onze levens eigenlijk zin? Stelt u zichzelf die vraag wel eens?

Vragen als ‘wat zou ik graag willen’, worden al snel als oppervlakkig geduid. Ik vertel iets over de tijd dat ik als jonge man mijn heil zocht bij een psycholoog. Een woest uitziende Vlaming die mij keer op keer de kwellende vraag stelde: ‘Waar hedde gij goesting in?”

Wat ik ook antwoordde (na grondig nadenken), zijn repliek was steeds dezelfde: “allemaal verdoving.”

Op een dag zei ik: “Ik wil een vrouw met een grijs mantelpakje waarin ze er goed uitziet. Iets wat ze voor haar werk draagt. Ze heeft een nieuwe Saab die ze van haar eigen salaris ‘least’. Ze is niet afhankelijk van mij en ze is in staat liefde te geven en ontvangen.”

“Nu komen we ergens”, antwoordde de psycholoog. Tot op de dag van vandaag weet ik niet waarom ik – in zijn ogen - het goede antwoord had gegeven. Veel therapeuten hullen zich in de nevelen van het raadselachtige wanneer je als cliënt de behoefte hebt aan concreet advies. Overigens heb ik nooit een relatie gehad met een vrouw zoals ik die beschreef.

Wat mij wel duidelijk werd, was dat de vraag waar ik zin in had, behoefte aan had, een existentiële vraag was. Een die gesteld mocht worden.

Ik hoefde niet door de leer van allerlei filosofen heen te worstelen om met iets acceptabels op de proppen te komen. Ik spreek hier, zo is hopelijk duidelijk, voor mijzelf.

Zingeving is en blijft iets heel persoonlijks en daar mag en moet het over gaan in de therapie. Wat jouw/uw levensvragen zijn op dat gebied.

Sommigen van ons vinden zingeving in hun religie. Mooi wanneer dat je helpt om min of meer met plezier door het leven te komen. Anderen verlaten zich op politieke grondslagen en vinden hun structuur daarin. Structuur biedt vaak een veelheid aan ingevulde basisbehoeften. Zo zijn er talloze religies, filosofieën, religieuze vormen op te voeren die zin kunnen geven aan ons bestaan.

Maar wat wanneer je twijfelt aan de zin van het leven? Wanneer je ongelukkig bent met hoe het bestaan zich voltrekt. Wanneer de plezierige momenten over een heel leven verspreid tenslotte op één hand te tellen zijn? Dan ben je wellicht toe aan een reële zoektocht naar wat jou/u kan inspireren, blij kan maken, het idee kan geven dat je/u ertoe doet.

Daarin ben ik graag uw gesprekspartner. Wat ik allemaal niet heb uitgeprobeerd om mijn melancholie, mijn depressies, mijn gebrek aan vertrouwen op de goede afloop van me af te schudden. Mijn praktijk is vol te hangen met diploma’s, mijn C.V. staat vol met interessante opleidingen en betrekkingen, maar zoals u elders op deze website hebt kunnen zien, zijn de muren van mijn kamers getekend door wat mij raakt, wat ik mooi vind, wat ik liefheb.

Ik sta open voor iedere dialoog, omdat ieder individu intrinsieke waarden heeft die vragen om een zeer persoonlijke afstemming op het bestaan en wat voor verlangens of barrières daarin een rol spelen. Daaraan met elkaar werken vergt motivatie en een vorm van passie om te kunnen komen tot wat u verder kan brengen. Ik laat me daarbij leiden door wat uw behoefte is of waar u ‘goesting’ in heeft.

CONTACT

Heb je nog vragen

Stel ze gerust en ik antwoord je zo snel mogelijk.

II

In dit tweede deel van Zingeving heb ik wat citaten verzameld die een licht kunnen werpen op uw eigen zoektocht naar bezieling, maar het is natuurlijk geen dringende taak daar kennis van te nemen. Voor wie wat verdieping zoekt of behoefte heeft aan hersengymnastiek is er wellicht wat te halen.

Ik begin met een tekst van James Taylor (ooit beroemd geworden met liedjes als ‘Fire & Rain’ en ‘You’ve got a friend’. James leeft nog steeds en is ampel vertegenwoordigd op YouTube. In het liedje ‘Fire & Rain’ beschrijft hij feitelijk een deel van zijn ervaringen met zijn, inmiddels overwonnen, verslaving aan heroïne en zijn verblijf in vele ontwenningsklinieken. Na een lang, succesvol leven schreef hij het nummer: “Secret O’ life (te vinden op het album JT). Hieronder de tekst daarvan:

Secret 'O Life

(James Taylor)

The secret of life

Is enjoying the passage of time.

Any fool can do it,

There ain't nothing to it.

Nobody knows how we got

To the top of the hill.

But since we're on our way down,

We might as well enjoy the ride.

The secret of love

Is in opening up your heart.

It's okay to feel afraid,

But don't let that stand in your way.

'Cause anyone knows

That love is the only road.

And since we're only here for a while,

Might as well show some style.

Give us a smile.

Isn't it a lovely ride?

Sliding down, gliding down,

Try not to try too hard,

It's just a lovely ride.

Now the thing about time

Is that time isn't really real.

It's just your point of view,

How does it feel for you?

Einstein said he

Could never understand it all.

Planets spinning through space,

The smile upon your face,

Welcome to the human race.

Isn't it a lovely ride?

Sliding down, gliding down,

Try not to try too hard,

It's just a lovely ride.

Genieten

Iemand gaat in therapie omdat hij geen plezier in het leven schept. Hij is er zich al dan niet bewust van dat zijn vermogen tot genot verminderd is of verloren gegaan. Hij klaagt misschien over een depressie, angst, een gevoel van onvermogen, enzovoort, maar dit zijn slechts symptomen van een diepere verstoring, namelijk het onvermogen om van dit leven te genieten. Bij elke patiënt kan worden aangetoond dat dit onvermogen voortkomt uit het feit dat hij niet helemaal in leven is, in zijn lichaam en zijn geest. Daarom kan dit probleem niet volledig door een geestelijke benadering opgelost worden. Er moet tegelijk op fysiek als op geestelijk niveau aangepakt worden. Pas als je weer volledig gaat leven, is je vermogen tot genot volledig hersteld.’

Alexander Lowen (New York, 23 december 1910 — New Canaan, 28 oktober 2008) was een Amerikaanse psychotherapeut en schrijver. Lowen ontwikkelde samen met John Pierrakos een psychotherapie die een link legt tussen het lichaam en de geest met de naam bio-energetica.

Wat maakt ons gelukkig?

Ga niet naar geluk op zoek, want dan zul je het niet vinden. Je kan er ook niet te veel van hebben, dat verlamt. Hoewel er net zoveel voorstellingen van het ware geluk bestaan als mensen op de wereld, bevat dit artikel een paar waardevolle en universele lessen.

Auteur: Kerstin Kullman

Bron: Der Spiegel / 360

Soms klopt alles gewoon. Je vrienden zitten om tafel, het eten smaakt, de wijn is goed. Maar wanneer alles erop is toegesneden, waarom blijft geluk uitgerekend dán uit?

Getty

Ook gebeurt soms het tegendeel. Er wil geen goed gesprek ontstaan, de avond kabbelt maar voort en het wordt weer eens duidelijk dat plezier niet op afroep beschikbaar is.

Dan weet je het weer, je herinnert het je van vroeger: dat de mooiste avonden de avonden zijn die je niet gepland had. Dat er in de keuken gedanst werd, en achteraf niemand meer precies kon zeggen hoe dat zo kwam. Waaruit bestaat geluk nu eigenlijk?

Voorstellingen van het ware geluk zijn er net zoveel als er mensen op de wereld zijn

  • Voorstellingen van het ware geluk zijn er net zoveel als er mensen op de wereld zijn.
  • Pessimisten zeggen: geluk is de afwezigheid van leed.
  • Hedonisten zeggen: geluk is consumptie.
  • Neurobiologen zeggen: geluk is biochemie.
  • Aristoteles schreef: geluk is zichzelf genoeg zijn.

Voor de arts Albert Schweitzer betekende het geluk ‘gewoon een goede gezondheid en een slecht geheugen’.

U-bocht van het geluk

‘De zekerste manier om het geluk te bereiken,’ zegt psychiater Manfred Lütz, ‘is met drugs.’ Heroïne, XTC: die garanderen geluk – als je tenminste gelooft dat het alleen maar een biochemisch proces is.

Er zijn periodes in het leven waarin we niet zo gelukkig zijn. ‘Mensen in de middelbare leeftijd, tussen 35 en 54, zijn het ongelukkigst,’ zegt neurowetenschapster Tali Sharot van het University College London (UCL).

Het grootst is de tevredenheid met het leven bij jonge mensen tussen de 15 en 24, en vanaf midden 50 wordt het weer beter. Dat is de zogeheten U-bocht van het geluk. We starten gelukkig, zinken weg, en komen dan langzaam weer omhoog.

En dan zijn er nog de gelukkigste landen van de wereld. Op dit moment is dat volgens het ‘Wereldgeluksrapport’ van de Verenigde Naties Finland. In Helsinki duren de dagen op dit moment nauwelijks acht uur. In de winter is het daar vooral donker. Daar staat tegenover dat Finland de beste sauna’s ter wereld heeft en een sterke verzorgingsstaat.

In Zuid-Soedan, het ongelukkigste land op de lijst, schijnt de zon bijna altijd twaalf uur per dag. Dat land in het binnenland van Afrika staat op de laatste plaats in de welvaartsstatistiek; meer dan de helft van de mensen heeft er honger. Arm, maar gelukkig? Dat gaat hier zeker niet op.

Maakt geld gelukkig? En meer geld nog gelukkiger? Men citeert graag een studie van de psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman die inhoudt dat een jaarinkomen van rond de 65.000 euro genoeg is. Wie meer verdient, wordt daarvan niet gelukkiger.

Een jaarinkomen van rond de 65.000 euro is genoeg. Wie meer verdient, wordt daarvan niet gelukkiger

Voor de sociologe Hilke Brockmann van de Jacobs University in Bremen is dat onzin. Zij zegt dat het geluk afhankelijk is van hoeveel we bezitten in vergelijking met onze medemensen. ‘Ongelijkheid,’ zegt zij, ‘maakt ons ongelukkig.’

Je kunt de zoektocht naar geluk eindeloos voortzetten. Onvermijdelijk duikt daarbij ook de bewering op dat je bewust voor het geluk kunt kiezen. Maar klopt dat ook?

Britse wetenschappers van de University van Reading bevestigden onlangs wat grote studies steeds weer laten zien: dat mensen die veel moeite doen om gelukkig te zijn daar bijzonder vaak niet in slagen. En zelfs een hoger risico lopen om depressief te worden – de zoektocht naar het geluk kan ongelukkig maken. (Zie wat deze laatste uitspraak betreft onderaan dit artikel de tekst van ‘Consider me gone’ van Stings album ‘The dream of the blue turtles’)

Vermijding en onderdrukking


Waarom dat zo is, wilden de psychologen weten. Ze testten honderden Britse studenten en zagen dat wie zich actief voornam gelukkig te zijn vaak teruggreep op twee mechanismen die je in het leven langdurig beschermen tegen onaangenaamheden: vermijding en onderdrukking.


Leren voor een examen? Je bent gelukkiger wanneer je zorgt dat je een leuke dag hebt. Een slecht geweten daarover? Gewoon niet aan denken, dat is het beste.


De deelnemers die aangaven zich bewust te focussen op gelukkig-zijn waren tegelijk ook degenen die minder greep hadden op hun gevoelens.


Maar hoe moet het nu? Hoe kunnen we gelukkig worden zonder als een Wimpie Weernetniet door het leven te gaan? Hoe vinden we duurzaam geluk?


Het optimisme krijgen we van nature mee, daar is in elk geval Sharot van overtuigd. ‘De mens ziet de wereld altijd rooskleuriger dan hij is. Eigenlijk veel te rooskleurig,’ zegt de neurowetenschapster uit Londen. Het is haar een raadsel hoe wij tegenover de duistere realiteit om ons heen zo welgemoed kunnen blijven. Zij heeft zich voorgenomen dit raadsel te doorgronden.


Studies en getallen over hoe hardleers vol vertrouwen mensen in principe zijn, kent Sharot maar al te goed. Zij leidt het Affective Brain Lab van het UCL; met haar medewerkers onderzoekt ze hoe gevoelens ons handelen beïnvloeden.


Vraag je de mensen uit om het even in welk milieu, ongeacht of ze arm zijn of rijk, naar hun toekomst en die van hun familie, dan is ongeveer 80 procent optimistisch. ‘Het is moeilijk om tot een andere uitkomst te komen,’ zegt Sharot.


De eigen kinderen? Heel slim. Kanker? Krijgen alleen anderen. In de VS stuurden ze rechtenstudenten voor een onderzoek naar een cursus familierecht. Op dat moment lag het percentage scheidingen in het land op 50%. Toch geloofde ook daarna bijna iedereen dat hun eigen huwelijk voor altijd stand zou houden. Zelf is men altijd de uitzondering op de regel.


Hoe dit gebrek aan realiteitszin te verklaren? Waarschijnlijk uit ons vermogen om het verleden naar onze hand te zetten. Want al nemen we graag aan dat ons geheugen er is om correcte herinneringen te leveren aan wat we hebben meegemaakt – dat is niet wat het doet.


Zelf is men altijd de uitzondering op de regel


Het helpt je eerder om je je eigen toekomst te kunnen voorstellen en plannen te kunnen maken. Als je je bijvoorbeeld wilt voorbereiden op je vakantie, legt Sharot uit, dan verzamel je puzzelstukjes van positieve momenten uit het verleden en arrangeert die tot iets nieuws. ‘Het brein moet daarbij creatief te werk gaan.’


Het verricht dit werk in hetzelfde gebied dat het ook gebruikt voor het verwerken van herinneringen. Dit proces noemt Sharot een ‘mentale tijdreis’.


Zo zwerven mensen met hun geest heen en weer tussen verleden en toekomst. En ze gaan daarbij even creatief om met de herinnering als met de toekomst. Waarom is dat belangrijk met het oog op het geluk?


‘Wat wij van de toekomst verwachten, bepaalt ook onze tevredenheid in het heden,’ zegt Sharot. ‘Je verheugen op wat komt, dat maakt ons gelukkig.’


Daarom is het volgens Sharot ook geen verstandige strategie om uit voorzorg niet te veel te hopen. Wie zijn verwachtingen laag houdt uit angst teleurgesteld te worden, berooft zichzelf van geluk in het heden. Je verheugen op wat komt is de mooiste vreugde.


Opioïden


‘Een positieve instelling helpt in het algemeen,’ zegt Sharot. ‘Want onze instelling beïnvloedt ons handelen. Topsporters weten: je moet goud willen, om minstens zilver te halen.’


Aan de andere kant, waarschuwt de neurowetenschapster, mag de optimist niet blind worden voor risico’s. Geen gordel omdoen in de auto, preventief kankeronderzoek overslaan – dat je positief ingesteld bent, vrijwaart je nog niet van gevaar.


Wat er gebeurt in de hersenen wanneer mensen geluk ervaren is goed onderzocht. Er komt een lichaamseigen mix van opioïden vrij, vooral endorfines. Je beleeft een roesachtige euforie. Maar die ebt weer weg. Want het brein is niet gemaakt om constant geluk te ervaren. Integendeel, dat kan zelfs schadelijk zijn.


In de vijftiger jaren prikkelde de Amerikaanse psycholoog James Olds het beloningscentrum in de hersenen van ratten met stroomstootjes. De dieren beleefden een zo sterk welbehagen dat ze pijn op de koop toe namen en zelfs vergaten te eten. Via een hefboompje konden ze zichzelf steeds opnieuw prikkelen. De ratten gebruikten het soms tot ze niet meer konden. Het oneindige geluk bracht ze bijna om het leven. (Zie wat dit betreft ook het hoofdstuk over ‘Verslaving’)


Wanneer wetenschappers zich met geluk bezighouden, maken ze vaak een onderscheid tussen twee categorieën. Het geluk als een piekervaring – een vluchtige toestand –, en de tevredenheid die we in ons leven ervaren – een duurzaam geluk.


Sommige mensen hebben van nature iets meer meegekregen van dit duurzame geluk dan anderen, lijkt het. Wie kent ze niet, de opgeruimde naturen die zich door niets van hun stuk laten brengen?


Uit studies van tweelingen weet men dat de verschillen in tevredenheid met het leven voor bijna een derde genetisch bepaald zijn. De rest hangt af van zogeheten omgevingsfactoren: hoeveel liefde en binding we als kind hebben ervaren, welke kansen en mogelijkheden ons geboden zijn en hoe we die oppakken. Ons vermogen tot tevredenheid hebben we ook in eigen hand.


De Bremer neurobioloog Gerhard Roth beschrijft deze tevredenheid als een soort uitgangspunt van waaruit we het piekgevoel van het geluk beleven. ‘Geluk,’ zegt Roth, ‘is een momentane, positieve afwijking van het individuele tevredenheidsniveau.’


Deze toestand zouden zowel optimisten als pessimisten kennen. Maar hoe lang ze ervan kunnen genieten hangt af van hun graad van tevredenheid. Zo zou het bij optimisten langer duren, terwijl de pessimisten al snel weer bedenken wat er allemaal mis kan gaan.


Materiële beloningen zoals geld activeren in het brein vooral een bepaald gebied, de nucleus accumbens, die een sleutelrol speelt in het beloningssysteem


Roth onderscheidt ook waaruit het geluk bestaat. Materiële beloningen zoals geld activeren in het brein vooral een bepaald gebied, de nucleus accumbens, die een sleutelrol speelt in het beloningssysteem. Ze veroorzaken een vergankelijk geluksgevoel, dat snel naar meer verlangt en moeilijk te verzadigen is.


Sociale beloningen daarentegen, zoals erkenning, lof of het gevoel van macht, werken langer door. Ze activeren hersengebieden waarin op een bewust niveau positieve en negatieve ervaringen worden verwerkt.


Maar ook dit soort geluk kan snel uitgewerkt zijn, zegt Roth. ‘Er komt een moment waarop macht vervelend, of lof te gewoon wordt.’


Intrinsiek geluk


Het enige soort geluk waarvan de dosis niet steeds verhoogd hoeft te worden is voor Roth het ‘intrinsieke geluk’: de ervaring vreugde te beleven aan wat je doet, die je uit jezelf haalt. ‘Dat kan betekenen dat je iets nieuws leert, hoort of ziet,’ zegt Roth.


Dat je plezier hebt in je werk, in muziek, literatuur of een goed gesprek. ‘Deze geluksmomenten verbinden zich met de eigen tevredenheid en scheppen een geluk dat langer blijft.’


Halverwege de zeventiger jaren beschreef de psycholoog Mihály Csikszentmihályi nog een verheviging van dit geluksgevoel: de ‘flow’ die we beleven wanneer we volledig in een activiteit opgaan, en ruimte en tijd om ons heen vergeten. Het bereiken van deze flow-toestand kan gelden als de hogeschool van het geluk.


Alleen heeft dat geluk zijn prijs. Csikszentmihályi beschrijft die zo: ‘Flow-ervaringen lijken weliswaar moeiteloos, maar dat is zeker niet het geval. Vaak is er zware lichamelijke inspanning voor nodig, of een uiterst gedisciplineerde geestelijke activiteit.’


Dat ook zelfoverwinning bij het geluk hoort, wisten de antieke filosofen al. Aristoteles stelde in de vierde eeuw voor Christus het geluk – ‘eudaimonia’ – voor als het resultaat van een deugdzame levenswijze. Niet iets wat je je even in het yoga-uurtje eigen maakt.


Meer dan 2000 jaar later, in 1776, werd het recht op een ‘streven naar geluk’ in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring opgenomen. Dat moest voor iedereen bereikbaar zijn, en niet alleen voor degenen die door geboorte al bevoorrecht waren.


In de loop der tijd, merkt de Amerikaanse historicus Darrin McMahon op, heeft de opvatting van het geluk als een ‘gegeven recht’ ertoe geleid dat het minder gezien werd als iets wat bereikt wordt door een cultivering van de eigen persoon; in plaats daarvan werd het een doel dat nagestreefd, bereikt en dan geconsumeerd kan worden. Geluk? Dat kopen we liefst.


Zwart gat


Wie heeft het zich nog nooit voorgesteld: rijk te zijn, je alles te kunnen veroorloven – wat zou je dan doen?


Sandra Filbert heeft het meegemaakt. Filbert is midden vijftig, blond, ze lacht veel. Ze draagt jeans, en een witte bloes. Maar geen horloge, geen sieraden. Geen tekenen van rijkdom.


Filbert wil niet dat haar rijkdom aan haar te zien is. Ze wil ook niet dat we voor dit verhaal haar ware naam gebruiken. Het geld heeft haar al genoeg narigheid opgeleverd. We ontmoeten haar in een Italiaans restaurant, waar ze spaghetti bestelt.


Filbert en haar broer hebben een groot pand geërfd. Dertig huurders, A-locatie in een grote stad. Een paar jaar geleden hebben ze het verkocht. De bank faxte haar een bankafschrift. Langzaam rolde het papier uit Filberts faxapparaat: er stonden meerdere miljoenen op.


Filbert had eerder een eigen onderneming geleid. Soms liep het goed, soms minder.


Toen ze het huis verkocht, liep het net slecht. ‘Maar ik was een leven lang gewend om op te staan en naar mijn werk te gaan,’ zegt Filbert. Ze dacht: wat heeft het leven voor zin als je je geld niet meer hoeft te verdienen?


Ze viel in een zwart gat. Ook een cruise hielp niet. Al na een paar dagen kreeg ze het er op haar zenuwen.


Toen ze terugkwam, pakte ze het werk op dat ze had laten liggen.


Wat heeft het geld haar gebracht? ‘Ik ben vrij, onafhankelijk,’ zegt ze. Maar het dankbaarst is ze voor het geploeter van de jaren daarvoor.


Het klinkt simpel, zegt Filbert, maar vroeger besefte ze dat niet. Voor haar is geluk: weten dat ze daarvoor niet zoveel geld nodig heeft.


Eye-opener


Hilke Brockmann is professor sociologie aan de Jacobs University in Bremen; zij houdt zich al meer dan tien jaar bezig met de vraag wat mensen gelukkig maakt. Zij ziet het inzicht dat geld geen onbegrensde geluksbrenger is als ‘een van de grootste eye-openers in het geluksonderzoek’.


Hoeveel geld precies gelukkig maakt, of 65.000 genoeg daarvoor is of toch 100.000 euro per jaar, kan Brockmann niet zeggen. Zij gaat er, zoals de meeste onderzoekers, vanuit dat deze som afhangt van hoe een mens zich in vergelijking met zijn omgeving behandeld voelt. Dat het vooral de ongelijkheid zou zijn die iemand ongelukkig maakt.


Onderzoekers als Brockmann vragen de mensen in hun onderzoeken hoe tevreden ze zijn. Ze vragen naar hun levensomstandigheden. Hoe oud? Getrouwd? Kinderen? Hoe groot is hun woning? Hoeveel verdienen ze?


De uitkomst laat volgens Brockmann zien welke samenleving, welke politiek het voor elkaar krijgt het grootst mogelijke aantal burgers gelukkig te maken. ‘Op deze manier,’ zegt ze, ‘laat geluk zich verbazend goed meten.’


Het resultaat is eenduidig voor de westerse landen: ‘Hoe gelijker een samenleving is, hoe gelukkiger.’ Daarom eindigen de Noord-Europese landen in de ranglijst elke keer heel hoog.


Corruptie, honger en oorlog daarentegen maken ongelukkig. Een paar staten komen nooit hogerop in de lijst. Helemaal onderaan houden Jemen en Syrië Zuid-Soedan gezelschap.


Voor het persoonlijke geluk zouden steeds dezelfde fundamenten nodig zijn. Ten eerste: ‘Er moet genoeg geld zijn,’ zegt Brockmann. ‘De mensen moeten materieel verzekerd zijn.’ Ten tweede leven gelukkige mensen in goede sociale verhoudingen. ‘Op gelijke hoogte met familie en vrienden.’


En ten derde helpt het om een hogere zin in het leven te zien. Gelukkig, aldus Brockmann, is wie het gevoel heeft zijn tijd op aarde niet zinloos te verbeuzelen.


‘De ergste vergissing die mensen op zoek naar het geluk kunnen begaan, is dat ze geluk verwarren met succes’


Op deze drie ingrediënten komt alles neer: materiële zekerheid, sociale betrekkingen en een hoger doel in het leven. ‘Veel meer,’ zegt Brockmann, ‘kan het geluksonderzoek als advies niet geven.’


En waarom vind je bij de boekhandel om de hoek duizenden titels als je vraagt naar lectuur over het thema geluk?


Brockmann zegt dat ze die zelfhulpliteratuur verdacht vindt. Je kunt hooguit iets leren van het voorbeeld van andere mensen. ‘Maar niemand moet enorm zijn best gaan doen om gelukkig te worden.’


De ergste vergissing die mensen op zoek naar het geluk kunnen begaan, zegt de psychiater Manfred Lütz, is dat ze geluk verwarren met succes.


Lütz is zenuwarts en psychotherapeut. Hij leidt het Alexianer ziekenhuis in Keulen en heeft gewerkt met verslaafden – mensen die bijzonder vertwijfeld naar geluk zoeken.


Lütz heeft ook theologie gestudeerd. Het probleem van het geluk is voor hem daarom tevens dat van de eindigheid. ‘De mens in de middeleeuwen,’ zegt Lütz, ‘leefde psychologisch gezien langer: hij telde zijn korte leven op aarde op bij zijn eeuwige leven in het hiernamaals.’


Het geloof in de eeuwige gelukzaligheid bestaat nu niet meer. Samengeperst in het heden wordt het leven een in tijd begrensd project. En daarmee steeds angstiger. ‘Angst komt voort uit benauwdheid,’ zegt Lütz, ‘ons leven is benauwder geworden.’


De vraag die de meeste mensen zich stellen is volgens hem: hoe kan ik zoveel mogelijk halen uit mijn korte leven?


Plicht


Zo is geluk een plicht geworden. En veel mensen geloven dat het te maken heeft met succes. ‘Ze zien beroemde mensen die succes hebben en denken: Die zullen wel gelukkig zijn.’


Een paar jaar gelden heeft hij op het familiefeest ter gelegenheid van de verjaardagen van zijn beide dochters een toespraak gehouden. ‘Succes,’ zegt Lütz,’ heb ik ze allebei nadrukkelijk niet gewenst.’ Waarom niet?


‘Succes hangt van zoveel toevalligheden af,’ zegt Lütz. Van het juiste moment, van de juiste plek en van vaardigheden die je misschien ook door veel inspanning niet verwerven kunt. Op al die dingen heb je geen invloed.


Wat geluk niet is


Waarop je wel invloed hebt: je kunt eigen kwaliteiten inzetten met betrokkenheid. Verantwoordelijkheid nemen in het leven – dat heeft hij zijn dochters toegewenst. ‘Of dat tot succes leidt of niet, is bijzaak.’


Wat is dan het geluk? Lütz schudt zijn hoofd. Dat is niet de juiste vraag. Geluk heeft volgens hem voor miljarden mensen miljarden verschillende betekenissen.


Hij kan beter uitleggen wat geluk niet is, zegt Lütz. ‘Niet iets waar je naartoe kan werken.’ Als je iets doet om gelukkig te worden, zit je al fout.


‘Als ik mensen help, als ik merk dat ik bezig ben met iets goeds, dan ervaar ik een geluksgevoel,’ vertelt Lütz. ‘Wie zegt: ik wil helpen om gelukkig te worden, die wordt het niet.’


Dus hoe vind je het geluk? ‘Een goede therapeut zegt niet: doe dit of dat, dan word je gelukkig,’ vindt Lütz. ‘Hij vraagt: wat heeft u de laatste keer gelukkig gemaakt? Hoe ging dat?’


Lütz noemt dit het ‘brongerichte uitgangspunt’. Hij heeft dat voor het eerst gezien bij een therapeut uit de VS.


‘De patiënt hing slap in zijn stoel. Mijn collega stelde de vraag: “Waar staat u, op een schaal van 0 tot 10 – nul betekent: slechter kan het niet, tien: het probleem is opgelost.”


De patiënt zei: “Op drie”. “Waarom niet op twee of een?” De patiënt antwoordde: “Omdat dit en dat tenminste nog functioneert.” De collega vroeg verder: “Wanneer stond u voor het laatst op vier? Of vijf?”’


Lütz zag hoe de patiënt in zijn stoel steeds meer rechtop ging zitten. ‘Dat is heel ontroerend om te zien,’ zegt hij. ‘Hoe langer je over zo’n toestand spreekt, hoe meer die voor die persoon weer werkelijkheid kan worden. En wat je dan kunt vinden, dat is je eigen, je heel persoonlijke geluk.’

Consider Me Gone

(Sting)

There were rooms of forgiveness

In the house that we share

But the space has been emptied

Of whatever was there

There were cupboards of patience

There were shelf loads of care

But whoever came calling

Found nobody there

After today consider me gone

Roses have thorns and shining waters mud

And cancer lurks deep in the sweetest bud

Clouds and eclipses stain the moon and the sun

And history reeks of the wrongs we have done

After today, consider me gone

I've spent too many years at war with myself

The doctor has told me it's no good for my health

To search for perfection is all very well

But to look for heaven is to live here in hell

After today, consider me gone

Scroll naar boven